dinsdag 26 juni 2012

Welk potentieel zie jij in jezelf? (uit het boek Masterclass Steve Jobs)

Ik lees graag, geen spannende thrillers of zoete romans maar stimulerende stof voor de hersenen. Dit klinkt interessanter dan het in werkelijkheid is, ik hou er gewoon van om artikelen, boeken en tijdschriften te lezen waarvan je kunt leren. Zo ben ik de laatste dagen gegrepen door het boek ‘Masterclass Steve Jobs’. De innovator van deze eeuw. Door Jobs innovatieve vermogen is niet alleen de computerindustrie groots veranderd maar hieruit voortvloeiend ook de film-, telecom-, muziek-, retail, uitgeef- en ontwerpsector. In de komende blogs wil ik jullie graag meenemen door de 7 principes van persoonlijk en zakelijk succes die Steve toepaste in zijn leven.

Voordat ik de principes onthul die Steve Jobs tot een van de succesvolste innovators ter wereld maakte, is het goed te starten om het begrip ‘innovatie’ te definiëren. Een definitie waarin iedereen zich kan vinden ongeacht functie, titel of positie. In één zin is innovatie: ‘Een nieuwe manier om dingen te doen die resulteren in een positieve verandering’.

Innovatie omvat niet alleen grote veranderingen zoals de ontwikkeling van personal computers of het internet maar omvat ook kleine verbeteringen die je helpen je leven efficiënter te leiden. Innoveren wordt vaak verward met uitvinden. Niet iedereen kan een uitvinder zijn maar iedereen kan innovator zijn. Innovatie begint met creatieve ideeën die uiteindelijk worden vertaald naar uitvindingen, diensten, producten, methoden. Ben je bijvoorbeeld eigenaar van een klein bedrijf die een nieuw idee heeft bedacht om haar diensten aan te bieden, dan ben je een innovator. Ben je een ondernemer die na het zoveelste ontslag zelf een bedrijf is begonnen? Dan ben je een innovator. Ben je een huismoeder die een manier heeft gevonden om de openbare school in je buurt te verbeteren? Dan ben je een innovator. Kortom; innoveren is iets wat gewone mensen iedere dag doen om een buitengewoon leven te leiden. Hoopvol dus voor iedereen die in deze economisch lastige tijd een beetje vastgelopen is.

Tijd voor het eerste principe! ‘Doe waar je van houdt’. Met andere woorden ‘heb de moed om je hart en intuïtie te volgen. Op de een of andere manier weten die allang wat je echt wilt zijn.’ Jobs vatte het belang van dit principe als volgt samen;

‘Ik ben ervan overtuigd dat de liefde voor mijn werk het enige was dat me op de been hield. Je moet uitzoeken waar je passie ligt. En dat geldt net zozeer voor je werk als voor je liefdesleven. Je werk zal een groot deel van je leven vullen, en je zult alleen echt tevreden zijn als je vindt dat je fantastisch werk doet. En je kunt alleen fantastisch werk doen als je houdt van wat je doet. Als je je passie nog niet gevonden hebt, blijf dan zoeken. Neem geen genoegen met minder. Zoals bij alle zaken die het hart aangaan, zul je het weten wanneer je het gevonden hebt. En zoals geldt voor elke goede relatie, het wordt beter en beter met de jaren.

Welk potentieel zie jij in jezelf? (Volgende week principe 2...)

Simone

(bron: masterclass Steve Jobs - Carmine Gallo)

woensdag 20 juni 2012

Durf jij te kiezen?

"De mogelijkheid om te studeren, het krijgen van kinderen uit te stellen en carrière te maken; het zijn een paar van de verworvenheden van het feminisme. Maar ook: de mogelijkheid om vanuit vrijheid te kiezen." zo stelde Margot van Stee, arbeidspsycholoog in magazine Lof deze maand. Dit naar aanleiding van drie openhartige verhalen van vrouwen, waaronder collega Sonja Kok van soul:made, die hun hart hebben gevolgd en een keuze hebben gemaakt. Ik heb daar bewondering voor want een keuze maken is niet gemakkelijk. Het getuigt van lef en inzicht in jezelf. En van risico durven nemen als een echte ondernemer. Of dat risico nu betekent dat je een veilige baan opzegt om je eigen bedrijf te starten of dat je als freelancer kiest voor het fulltime moederschap. 
Het betekent ook je kunnen afzetten tegen de vaak goedbedoelde meningen en adviezen van je omgeving. Je niets aantrekken van de maatschappij. Want niets is meer waar dan je eigen waarheid, iedereen heeft namelijk toch zijn eigen mening. Zo heb ik ervaren dat ik als werkende moeder in Nederland geregeld de opmerking kreeg: "Werk jij maar liefst 4 dagen, wat veel! Vind je het niet erg dat je je kind dan zo weinig ziet?". Terwijl ik in België, waar ik woon, vaak hoorde: "Werk jij slechts 4 dagen, wat weinig! Hoe regel je dat dan met je werk?". Dus waar mij in Nederland een schuldgevoel werd ‘aangepraat’ ten opzichte van mijn kind, kreeg ik door de reacties uit België eerder een schuldgevoel ten opzichte van mijn werkgever en mijn eigen carrièrepad. De reacties hebben destijds niets aan mijn beslissing veranderd, maar ik geef toe dat ik keuzes maken moeilijk blijf vinden of het nu gaat om mijn carrière, mijn gezin, mijn familie en vrienden of gewoon, wat ik dit weekend ga doen. Dat heeft bij mij vooral te maken met het feit dat ik namelijk niets wil missen …

"… keuzes maken" sluit Van Stee haar betoog in Lof af, "en bepalen wat het meeste gewicht heeft en de consequenties daarvan, ook de nadelige, aanvaarden."

Kortom, bepalen wat echt belangrijk voor jou is en dan je hart volgen. Durf jij het aan?

Christel

Wil je het volledige interview lezen met collega Sonja Kok? Kijk dan op
www.soulmade.nl

donderdag 14 juni 2012

Top gedaan! Dankjewel!

In mijn vorige blog schreef ik over de moeite van ontvangen en waarom dit voor sommige mensen lastiger is dan geven. Mijn ‘struggle’ zat hem meer in alles zelf willen doen, zelf willen oplossen, niet hulpbehoevend willen zijn. Maar het kan nog  lastiger worden als je moeite hebt met het ontvangen van welgemeende complimenten. Een compliment in ontvangst nemen wordt vaak weer overgoten door een plens koud water door de ontvanger. Terwijl het krijgen van complimenten juist een goed gevoel zou moeten geven, een boost voor je zelfvertrouwen. Het gebeurt maar al te vaak dat men het compliment niet blij aanvaardt maar het op de een of andere manier gaat ‘vergoeilijken’. Veel mensen reageren ofwel hoogst verbaasd of maken een grapje over het compliment of erger nog over zichzelf. Antwoorden  als  ‘Echt? Nou die jurk is al eeuwenoud hoor’ op het welgemeende compliment  ‘Wat zie je er leuk uit’.  Of  ‘ja maar ik had het niet zonder jou gekund’  als reactie op een positief en oprecht compliment over je functioneren, is wellicht  herkenbaar. Wat je ook vaak ziet gebeuren is dat de ontvanger van het compliment het compliment direct teruggeeft. Gever: ‘goed gedaan joh’. Ontvanger ‘ja maar jij ook hoor, jij bent echt goed’. Zelfs  het compliment niet  willen horen en er snel overheen praten is wellicht herkenbaar. Waarom is het zo moeilijk om open en hartelijk ‘dankjewel’ te zeggen. Veel mensen houden onbewust de hele dag negatieve gesprekken met zichzelf. Dit gaat vaak ongemerkt en begint vaak al bij het opstaan. ‘Tjonge jonge mijn haar zit echt niet vandaag, ik zie er niet uit in de oude broek, ik ben veel te bleek, te dik, te dun, te groot, te klein, te moe, te lelijk, te lui of had ik dat of dat maar anders gedaan, gezegd, uitgevoerd, enzovoorts, enzovoorts. Vanaf het moment van ontwaken gaan onze gedachten kriskras door ons hoofd. Waarbij het blijkbaar gemakkelijker is om op een negatieve manier op jezelf in te praten dan jezelf de hele dag bewust complimenten te geven net zo lang totdat je het gaat geloven. Jammer want al die negatieve praat over jezelf zet zich vast in je onderbewuste en komt daarom heftig in botsing met de mooie woorden die iemand  anders uitspreekt over jou. Daarom krimpen sommige mensen letterlijk ineen, worden ze rood of wimpelen ze mooie woorden af met een simpel ‘ach het stelde niks voor’. Misschien komt het omdat we vanaf onze kinderjaren tot jongvolwassene  vaker te horen krijgen wat we niet goed doen, dan wat we wel goed doen. In de meeste gevallen goed bedoeld door onze opvoeders J om ons een beter mens te maken uiteraard. Maar…. als we jong zijn, geloven we wat anderen over ons zeggen; we weten dan niet hoe we dat moeten toetsen. Als je bijvoorbeeld vaak als ‘grapje’ tegen je zoon zegt ‘ooh sukkeltje’ wanneer hij weer eens een ongelukje heeft begaan kan dit resulteren in een overtuiging dat hij dom is of op z’n minst onhandig. Deze overtuigingen kunnen zeer hardnekkig zijn, ongeacht wat we in ons latere leven presteren. We kunnen deze negatieve zelfpraat als volwassenen dus misschien niet helpen, maar we kunnen er wel wat aan doen. Bijvoorbeeld door je bewust te worden van die negatieve gedachten en leren oefenen in het ontvangen van complimenten door de gever oprecht in de ogen te kijken en een welgemeend ‘dankjewel’ uit te spreken zonder het compliment af te zwakken, terug te geven of te bagatelliseren.
Succes en dankjewel voor het lezen van mijn blog :-)
Simone

woensdag 6 juni 2012

Hoe meer je geeft, hoe meer je krijgt…maar willen we dat eigenlijk wel?

Ik ben opgevoed met de wijze woorden ‘wat je onvoorwaardelijk geeft, ontvang je onvoorwaardelijk terug’. En het klopt, ik ontvang onvoorwaardelijk heel veel liefde, warmte en gezelligheid van mijn echtgenoot, kinderen, familie, vrienden en mensen in het algemeen. Toch zit er ergens bij mij een ‘conflict’ tussen het makkelijk kunnen geven en het moeilijk kunnen ontvangen.

Ik geef graag en gemakkelijk, eindeloos lang en vol oprechte intenties aan iedereen die hulp vraagt. Nee… correctie… niet aan iedereen meer. Sinds mijn burn out in 2009, ben ik iets terughoudender geworden in het willen oplossen van andermans uitdagingen waardoor ik mezelf voorbij holde en letterlijk opgebrand raakte. 9 maanden ben ik uit de running geweest, energieloos, hyperventilerend en met vage lichamelijke klachten kon ik niet meer ‘geven’. Niet aan anderen en niet aan mezelf. Tijdens die negen maanden ben ik liefdevol opgevangen door mijn familie. De eerste stap in het weer beter worden was ‘ accepteren’. Accepteren dat ik het even niet meer kon, accepteren dat ook ik (hoe arrogant) even de kluts kwijt was, maar vooral hulp accepteren van anderen. Ontvangen in plaats van geven! Ik voelde me bezwaard dat mijn ouders elke dag, 3 maanden lang drie kwartier heen en drie kwartier terug in de auto zaten om ’s ochtends vroeg bij mij in huis te zijn, te zorgen, te praten, te luisteren, te wandelen, te koken, te wassen, te strijken, te klussen, enzovoorts, enzovoorts. Bezwaard omdat het voelde als falen van mijn kant, terwijl zij mij liefdevol en onvoorwaardelijk weer op de been hielpen. Uren liep ik met hen en echtgenoot in het bos, uren lang luisterden ze naar mijn hulpeloos gejammer, terwijl ik in normale doen altijd degene was die luisterde. Leren ontvangen was, naast nog wat andere zaken, de uitdaging in die maanden. Hoe komt het toch dat geven voor veel mensen gemakkelijker is dan ontvangen? Ik denk dat het komt omdat geven een actie gerichte daad is. Geven geeft een goed gevoel, je bent blij iets voor een ander te kunnen betekenen waarbij je zelf de controle hebt, de touwtjes in handen hebt en je je niet kwetsbaar hoeft op te stellen. Ontvangen daarentegen is een passievere daad waarbij je je open moet stellen voor de hulp van anderen. Dat vraagt om overgave. Je wil is hierbij inactief, je bepaalt tenslotte niet wat je krijgt en dat conflicteert in hoge mate met mijn actiegerichte drijfveer oranje. Nog steeds heb ik moeite met het vragen van hulp en vind ik dat ik alles zelf moet kunnen (iets wat mijn kinderen prachtig vinden natuurlijk J). Maar ik weet nu wel dat hulp vragen geen falen is en je daarmee op een omgekeerde wijze de ‘gever’ een goed gevoel geeft en daar word ik dan wel weer blij van.

Kortom, ontvang met open armen want hulp vragen aan wie of op welke wijze dan ook is geen zwaktebod, maar juist een moedige en zelfbewuste actie.

Simone